Oosten Toren 2 – Pegasus 1 (1½ - 6½)
Hans en Henk speelden vooruit (ze hadden juist ingeschat dat ze nog moesten bij komen van de Kerst en Oud & Nieuw festiviteiten). Deze twee vooruit gespeelde partijen leverden een 0-2 voorsprong op. (zie verderop).Met deze voorsprong in-the-bag ging de rest van het team dan ook met vol vertrouwen naar Diemen. En dat vertrouwen werd niet beschaamd.
De grote overwinning was geenszins onterecht, er had misschien nog wel meer in gezeten als Lucas zijn gewonnen stand niet had laten verzandden tot eerst remise en daarna erger. Echter we hebben niks te klagen met een 1½ - 6½ overwinning.
Met andere woorden; door deze uitslag is een reuze stap gezet voor behoud in de 1e klasse van SGA.
Voor geselecteerde partijen, voor Pegasus leden, zie verderop op de website:
https://www.chess.com/clubs/forum/view/oosten-toren-2-vs-pegasus-1
Bord 1. Peter speelde de langste partij van zijn leven, 95 zetten😡! Na een zet of 21 had hij al een "petite combinaision" waarbij hij een pion, een kwaliteit, maar vooral een geweldige stelling kreeg (meer dan +3.2 volgens de Engine). Later nam hij met schaak een toren, zijn tegenstander sloeg zijn toren op f1 (het schaak NIET opheffend). Peter moest zijn tegenstander erop wijzen dat hij schaak stond. . . (En hij won dus een kwaliteit zoals gedacht). Ietwat in slaap gesukkeld gaf hij geheel onnodig een kwaliteit terug. Maar het resterende toreneindspel leek eenvoudig gewonnen door de extra, ondersteunde vrijpion. Maar toreneindspelen zijn tricky. De engine geeft nog een wonderbaarlijke kans voor zwart. Toen dat op de 58e zet niet werd gespeeld, was het volkomen uit. Het nam echter wel in totaal 95 zetten in beslag! Er kunnen bepaalde kwalificaties gegeven worden aan het feit om met 3 vrijpionnen tegen niets door te klooien . . .🙄
Bord 2. John speelde met zwart en kreeg het tegenfianchetto van het Konings-Indisch op het bord. Een typische spannende KI-strijd volgde, waarin op een gegeven moment John (veel) beter zou hebben kunnen komen te staan. Dat werd niet gespeeld en gelijke stelling ontstond die lange tijd door beide partijen correct werd gespeeld. In het verre eindspel maakt John zich het geheel onnodig zeer moeilijk, verloor een pion en er moest worden gevreesd voor een nul. De wederzijdse tijdnood deed zich echter gelden en John ontsnapte met een blauw oog.
Bord 3. Lucas speelde op bord 3 een positionele partij met wit, waarin hij met een gelijke stelling uit de opening kwam tegen zijn snel spelende tegenstander. Na een paar sterke zetten in het middenspel om een onbalans te creëren kwam hij beter te staan en kon zelfs geforceerd een stuk winnen. Hij overzag dit, maar desondanks had hij een goede stelling om het eindspel mee in te gaan. Daar ging het bij Lucas helaas mis. Hij zag het niet scherp meer, kwam in tijdnood en gaf zijn mooie stelling weg. Tenslotte ging hij ook nog door zijn vlag. Een goede comeback van zijn tegenstander. Maar . . .
Bord 4. Henk speelde (vooruit) met zwart. Na 1.e4,e6 verkoos wit 3.exd5 en 4.d3 hetgeen niet de meest ambitieuze voortzettingen zijn in het Frans 🙂. Anyway, nog in de opening blunderde wit en Henk won tenminste een pion (met een overweldigende stelling). Wit maakte er daarom een vol stukoffer van, voor vage aanvalskansen. Henk had het punt al geteld. Maar hij speelde het te voorzichtig en wit leek zet voor zet een beetje terug te komen in de partij. Het grote/winnende voordeel werd echter nergens helemaal weggeven. Doordat de stelling erg gesloten was duurde het nog wel tot de 65e zet voordat het punt kon worden bijgeschreven.
Bord 5. Ook Hans speelde vooruit, en met wit kreeg hij de Pirc tegen zich. Hans koos voor een stijl die hij niet gewend is. Na zijn lange rokade kreeg hij een aanval voor zijn kiezen op de damevleugel. Maar het beviel hem eigenlijk wel. Hij had alles onder controle. De afwikkeling naar het eindspel was in zijn voordeel. Zijn tegenstander gebruikte veel tijd. Heel veel tijd. Hans had nog 50 minuten op zijn klok terwijl zijn tegenstander tegen de 2 seconden aan zat te hikken en dus moest leven van increment naar increment. Daarom speelde Hans in de eindfase snel en op gevoel, zodat zijn tegenstander niet de gelegenheid kreeg om in Hans z'n tijd te denken. In zijn vliegende tijdnood overzag zwart nog een goede mogelijkheid. Maar de druk werd te groot. Hij ging dan ook door z’n vlag.
Bord 6. Maurits kreeg de Alapin variant van het Siciliaans op het bord. Een positioneel middenspel volgde waarin de stelling min of meer gelijk was, maar na verloop van tijd kon wit wat druk zetten. In tijdnood deed hij echter enkele onnauwkeurige zetten, waardoor Maurits weer volledig terug kon komen. Met minder dan een minuut op de klok blunderde wit zelfs de partij weg, en werd mat gezet op het bord.
Bord 7. Ferry onze oudgediende, en invaller in het 1e team, spelend met wit, liet zien dat hij het spel nog steeds in de vingers heeft. Met wit opende hij 1.d4 en 2.Pf3, hopende op een Reti/Zukertort. Maar zwart leidde het spel in Konings-Indische banen. Een gelijke stelling ontstond, edoch na een zwarte onnauwkeurigheid op de 16e zet verkreeg Ferry (groot) voordeel. Helaas ontsnapte hem toen een mindere zet, waarna zwart zelfs beter kwam te staan. In een spannende stelling waar alle uitslagen mogelijk waren, overspande zijn tegenstander de boog en kon Ferry langzaam en toen plotseling de winst naar zich toetrekken.
Bord 8. Boris speelde met zwart en kreeg een Spaanse Berlijnse partij op het bord waarin een ongebruikelijke zetvolgorde leidde tot meer interessante stellingsbeelden dan in de hoofdvariant.
Na de opening, op de 14e zet ontglipte wit zich een hoogst ongelukkige zet, aka een blunder dat een vol stuk kostte. Boris gaf zijn tegenstander geen kans om terug te komen in de partij en maakte het bekwaam uit.